als de schaduwen weer voorop lopen
en het donker het huis is van de angst
laat de maan haar helder licht schijnen
op dat wat niet donker wil blijven
als het wieden van het onkruid op het pad dat niet het jouwe is
je weer met blaren op de handen laat
laat de maan haar helder licht schijnen
op dat wat niet donker wil blijven
als je jezelf in de spiegel als de som van je verleden ziet
je wortels niet geaard zijn in dat wat puur en eeuwig is
laat de maan haar helder licht schijnen
op dat wat niet donker wil blijven